Hoe raar het leven toch lopen kan. Echt. Ik kan er maar niet over uit en mijn hersenen draaien overuren.
Degenen die ons kennen, weten dat we er lang over gedaan hebben om in Andalusië terecht te komen.
We vonden ons ideale stekje in Alhaurin de la Torre. Een lot uit de loterij en ik dacht dat we daarmee wel klaar waren.
Niets bleek minder waar.
Vanwege het virus, een nieuwe baan voor Alexander en een grote opslagplaats, verhuisden we, vrij onverwacht naar Fuengirola, verkochten twee appartementen en besloten vanuit ons nieuwe plekje op zoek te gaan naar een huis voor onszelf. We zouden geen haast maken, verzekerden we elkaar. Het jaar 2020 was al uitdagend genoeg geweest.
Ik keek in de eerste instantie naar fijne, ruime appartementen met een groot terras maar hoe langer we zochten, hoe vaker we huizen bekeken, des te meer realiseerden we ons dat de wens om een eigen huisje met wat land te bezitten, toch wel heel hoog op de verlanglijst stond. Een openbaring.
Niet zozeer voor Alexander want dit was eigenlijk altijd zijn wens al geweest maar wel voor mij. Meisje van de stad.
We hadden echter nooit kunnen denken dat een kleine Finca op het platteland voor ons weggelegd zou zijn maar toch overkwam het ons.
En ook veel sneller dan gedacht.
Leven op het Andalusische platteland
Puur toevallig vonden we een schattig huisje met 5000 m2 vlakke, ecologische sinaasappelgaard en we waren er weg van.
We konden hem betalen, de Spaanse eigenaar gunde het ons en gek genoeg ligt het huis weer in Alhaurin de la Torre.
Ons ‘Torre’. En ik vind het verrukkelijk.
De weg naar het huis toe is helemaal verhard dus kan ik met mijn kleuter-brommertje zonder problemen en binnen tien minuten in het centrum van de stad zijn.
Het is feest bij ons thuis. Ons bod werd geaccepteerd, de advocaat kon ons melden dat het huis helemaal legaal was en dat we met een gerust hart de aanbetaling konden doen. De zo belangrijke bron werd officieel op onze naam gezet.
Het is inmiddels geregeld en met het hart nog in de keel, haal ik de verhuisdozen maar weer eens tevoorschijn. Daar gaan we weer. Maar nu, heel onverwacht, naar een droomplekje.
Om bij mijn geliefde zee bij Malaga te komen, zal ik weer wat meer moeite moeten doen en ook Alexander zal dagelijks wat meer kilometers moeten afleggen maar wat hebben we het er graag voor over.
Het huis heeft tevens een solide bijgebouw die we te zijner tijd zullen omtoveren tot gastenappartement. Er is voldoende ruimte voor alle opslag en naast het huis ligt een glanzend zoutwaterzwembad en een overdekte bar met buitenkeuken. Hoeveel geluk kan een mens hebben?
Wel zit er nog heel veel werk in en ik ben bang dat we hier het komende jaar wel druk mee zullen zijn.
In de volwassen tuin vind ik in de gauwigheid tientallen sinaasappelbomen, een paar citroen- en limoenbomen, twee vijgenbomen, twee olijven, een paar granaatappelbomen, een amandelboom, een kostbare moerbeiboom, zes palmen, dikke aloë vera’s en tientallen bomen waarvan ik geen idee heb wat het zijn. Het land bestaat grotendeels uit dikke kleigrond en is enorm vruchtbaar.
Het huis heeft een eigen bron, een boiler op het dak en ook vonden we er een zwaar verwaarloosde moestuin.
Alexander, die van de land- en tuinbouwschool komt, heeft al visioenen van enorme groentetuinen en ik heb hem nog nooit zo opgewekt gezien. Ikzelf hou me nog maar even bij het huis en het zwembadgedeelte. Geen idee hoe het boerenleven werkt maar ik leer het wel. Leven op het Andalusische platteland. Het gaat een avontuur worden.
Laat ik maar beginnen met een kruidentuintje.
Ik ga tuinlaarzen kopen.
En een sinaasappelpers.